Artikel 11. De begeleiders van honden, met uitzondering van blinden en mindervaliden met geleidehond, zijn verplicht:
Zowel het zijn of haar hond zich van zijn uitwerpselen laten ontdoen in de openbare ruimte zonder dit onmiddellijk op te ruimen, als het niet in het bezit zijn van een geschikt zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen kan worden bestraft.De begeleiders, met uitzondering van blinden en mindervaliden met geleidehond, moeten steeds in het bezit zijn van een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier. Het zakje moet ertoe geschikt zijn en gesloten kunnen worden. Het zakje dient op het eerste verzoek te worden getoond aan de politie of een beëdigde aangestelde van de stad.
De bepalingen van dit artikel ontslaan de aangelanden niet van hun verplichting inzake het onderhouden en proper houden van de voetpaden en bermen.
Afdeling 5 Dieren
Artikel 92. In deze afdeling wordt onder agressieve, kwaadaardige of gevaarlijke dieren verstaan:
- Elk dier dat wanneer hij vrij zou rondlopen, zonder enige provocatie of op een duidelijke en onmiskenbare dreigende wijze naar iemand toeloopt
- Elk dier dat iemand aanvalt, bijt of verwondt zonder provocatie
Artikel 93. Het is verboden in de openbare ruimte:
- Zijn hond op te winden om aan te vallen of agressief te worden, of hem voorbijgangers te laten of doen aanvallen of achtervolgen, ook al brengt dat geen enkel kwaad of geen enkele schade teweeg
- Agressieve, kwaadaardige of gevaarlijke dieren of dieren die personen of andere dieren kunnen bijten, of zieke dieren bij zich hebben, als ze geen muilband dragen, deze bepaling is ook van toepassing in voor publiek toegankelijke plaatsen
- Dieren bij zich te hebben waarvan het aantal of het gedrag de openbare veiligheid in het gedrang zou kunnen brengen
- Dieren te laten of achter te laten in een geparkeerd voertuig als dat een gevaar of ongemak kan opleveren voor personen of voor de dieren zelf, deze bepaling is ook van toepassing in openbare parkings
- Eender welk dier en in het bijzonder agressieve, woeste, kwaadaardige of gevaarlijke dieren te laten rondzwerven
Artikel 94. Behoudens vergunning is het africhten van een dier in de openbare ruimte verboden. Deze bepaling is niet van toepassing op de africhting van dieren door de politiediensten.
Artikel 95. De dieren moeten met alle gepaste middelen vastgehouden worden, en minstens met een korte leiband, op iedere plaats van de openbare ruimte en in galerijen en passages op voor het publiek toegankelijk privégebied. Het dragen van een muilkorf is verplicht voor agressieve, kwaadaardige of gevaarlijke dieren.
Het is verboden dieren te laten begeleiden door personen die het dier niet onder controle kunnen houden.
Artikel 96. De eigenaars van dieren of de personen die al is het maar occasioneel op de dieren letten, dienen erover te waken dat deze dieren:
- Personen of andere dieren op geen enkele manier storen, intimideren of lastig vallen
- De aanplantingen of andere voorwerpen in de openbare ruimte niet beschadigen
- Private eigendommen niet betreden.
Artikel 97. Het is verboden zonder daartoe gerechtigd te zijn op andermans grond te komen, erover te gaan of honden erover te doen lopen, indien des grond is gereedgemaakt of bezaaid, of ten tijde dat die grond is bezet met graan op de halm, met druiven of andere voortbrengsels, die rijp of bijna rijp zijn.
Artikel 98. Het is verboden in de openbare ruimte voertuigen en andere goederen te doen bewaken door agressieve dieren, ook al zijn deze vastgebonden of in het voertuig geplaatst.
Artikel 99. Het is verboden een dier binnen te brengen in de voor het publiek toegankelijke etablissementen waartoe dat dier geen toegang heeft, hetzij op basis van een intern reglement dat aan des ingang uithangt, hetzij door borden of pictogrammen die dat duidelijk maken met uitzondering voor honden die speciaal opgeleid zijn om blinden of andere mensen met een handicap te geleiden, dit alles onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de hygiëne van de lokalen en de personen in de voedingssector.