Bodemattest aanvragen
Het bodemattest is in Europa een uniek instrument. Volgens het bodemdecreet moet men een bodemattest aanvragen vóór het sluiten van de overdrachtsovereenkomst en de inhoud ervan meedelen aan de verwerver. Dit maakt van de overdracht van een grond of pand een cruciaal moment in de bescherming van onze bodem en ons leefmilieu. Tegelijkertijd informeert en beschermt het de koper. Het bodemattest vermeldt immers alle relevante gegevens.
De aflevering van een bodemattest is verbonden aan wettelijke procedures en kan dus een tijdje in beslag nemen. Plan dit dus op tijd. Hou er ook rekening mee dat er aan deze aanvraag kosten zijn verbonden.
Wil je gronden overdragen (kopen, verkopen, ruilen, schenken, ...)? Bij elke overdracht van een grond is een bodemattest verplicht. Indien er sprake zou zijn van een risicogrond moeten er ook bodemonderzoeken worden uitgevoerd.
Meer info over het aanvragen van een bodemattest, vind je hier.
Risicogrond
Een risicogrond is een grond waarop potentieel bodembedreigende activiteiten worden of werden uitgevoerd. Indien uit het bodemattest of uit andere gegevens zou blijken dat er sprake is van een risicogrond, ben je verplicht een oriënterend bodemonderzoek uit te voeren voor je kan overgaan tot de overdracht.
Bij een oriënterend bodemonderzoek onderzoekt men de bodemtoestand van een grond. In de eerste plaats neemt de bodemsaneringsdeskundige de nodige grond- en grondwaterstalen ter hoogte van de ‘risicozones’. Dit zijn zones met verhoogde kans op bodemverontreiniging. Voorbeelden daarvan zijn opslagtanks, productiezones, tankplaatsen, … Daarnaast neemt hij ook stalen ter hoogte van onverdachte zones. Het aantal stalen per bodemonderzoek hangt af van het aantal risicozones, de grootte ervan en de grootte van het perceel.
Is er sprake van verontreiniging? Dan gaat de bodemsaneringsdeskundige na wanneer ze ontstond. Was dat voor de inwerkingtreding van het eerste Bodemsaneringsdecreet 29 oktober 1995 dan wordt de verontreiniging ‘historisch’ genoemd. Dateert ze van later, dan wordt er gesproken over een ‘nieuwe’ verontreiniging.
Historische verontreiniging wordt verder onderzocht als er duidelijke aanwijzingen zijn dat de bodemsaneringsnormen overschreden zijn. In de praktijk wordt de regel gehanteerd dat dit zo is als een analysewaarde hoger is dan 80% van de bodemsaneringsnorm voor die grond.
Oriënterend bodemonderzoek
Een oriënterend bodemonderzoek moet uitgevoerd worden ter hoogte van een risicogrond in het kader van:
- Een overdracht: om te vermijden dat een verontreinigde grond wordt overgedragen, is er een onderzoek plicht bij de overdracht van een risicogrond. Het OBO gebeurt op initiatief en op kosten van de overdrager.
- Een periodieke onderzoekplicht: Een exploitant kan verplicht zijn door de aard van de activiteiten om binnen een bepaalde termijn en daarna volgens een bepaalde periodiciteit een oriënterend bodemonderzoek te laten uitvoeren.
- Een faillissement en vereffening van een risico-inrichting
- De sluiting van een risico-inrichting
- Een situatierapport bij GPBV-inrichtingen
Een oriënterend bodemonderzoek moet uitgevoerd worden door een erkend bodemsaneringsdeskundige type 1 of 2. Een lijst van OVAM met erkende bodemsaneringsdeskundigen, vind je hier.
Een oriënterend bodemonderzoek moet uitgevoerd worden in opdracht van de opdrachtgever:
- De overdrager bij een overdracht
- De vereniging van mede-eigenaars bij de eenmalige onderzoek plicht bij appartementen
- De exploitant bij een periodieke onderzoek plicht of bij sluiting
- De curator bij een faillissement
- De vereffenaar bij een vereffening