Fonds Hugo Adriaensens
Op 7 november 1991 werd de Stichting VZW Hugo Adriaensens opgericht om de samenwerking met een nieuwe vzw in Nicaragua te vergemakkelijken. Het Fonds werd vernoemd naar Hugo Adriaensens, burgemeester van Willebroek tussen 1978 en 1991. Ere-voorzitter van het Fonds is gewezen schepen en senator Lydia Maximus, die als gewezen schepen van Financiën en Ontwikkelingssamenwerking aan de basis lag van de eerste verzustering van de gemeente met een ontwikkelingsland.
Verzustering Nandasmo (Nicaragua)
Nandasmo, een klein dorpje in het centrum van het land richtte als eerste in 1980 een secundaire school op met 38 leerlingen.
De VS zag de politieke evolutie met lede ogen aan, vreesde het communisme en installeerde er een embargo met als gevolg een gebrek aan schoolmateriaal .
Na een campagne door gans Europa verwierf de Sandinist Daniël Ortega de sympathie van links democratisch Europa, ook in België. Het gemeentebestuur van Willebroek ontving van de groep NGO’s rond Ontwikkelingssamenwerking een schrijven met de vraag om in navolging van de gemeenten Nieuwpoort en Mol een verzusteringsakkoord te sluiten met een gemeente in Nicaragua (Nandasmo). Een principesakkoord kwam er op 2 juli 1987.
Op 17 oktober 1987 zorgde Dirk Adriaensens voor een directe lijn met Nandasmo en het gemeentehuis. De verzustering werd in de gemeenteraad goedgekeurd in een open gemeenteraad. De verzustering kwam tot stand per telefoon. Oud-burgemeester Hugo Adriaensens zorgde ervoor dat er drie jaar lang geld werd voorzien voor de bouw van een middelbare school. Op 27 oktober vertrokken Hugo Adriaensens en Lydia Maximus voor de officiële opening van de school.
Het tienjarig bestaan van de school werd gevierd op 17 oktober 1997. Ter ere van de verjaardag bezoeken schepenen Michel Bakelandt en Rob Siebens, secretaris Eric Verté (secretaris Fonds) en senator Lydia Maximus Nandasmo. Op dat ogenblik waren al 3000 kinderen afgestudeerd, 160 vatten erna universitaire studies aan.
Nu wordt het Fonds nog gebruikt om verdere hulp te leveren voor de instandhouding van de school (bv. verf voor schilderwerken, vernieuwen daken ...).
De polikliniek en materniteit
In 1999 schonk afscheidnemend schepen Lydia Maximus, die Hugo Adriaensens opvolgde in de senaat, het bedrag van haar afscheidspremies van de socialistische beweging aan Nandasmo voor de oprichting van een polikliniek. Deze deed jaren dienst tot de nieuwe burgemeester van Nandasmo zich de gebouwen toeëigende omdat de polikliniek -volgens hem- op grond van de gemeente stond. Daarom kwam er elders een een nieuw gezondheidscentrum.
In de buurt was er dringend nood aan een materniteit. Daarom werd het erg primitieve Casa Materna Victoria Maradiaga opgericht. Deze materniteit werd in 2014 naast de polikliniek gebouwd met het budget van de gemeente en steun van het Ministerie van Gezondheid. Het maakt deel uit van het gezondheidscentrum van Nandasmo met gespecialiseerde en integrale zorg voor zwangere vrouwen.
De doelstelling van de materniteit is het terugdringen van de moedersterfte en het garanderen van de gezondheid van de moeder en de baby voor en na de geboorte. Er wordt ook bijzondere aandacht besteed aan gezonde voeding en het verminderen van intrafamiliaal geweld. Er is ook een psychologe beschikbaar.
Het doel voor 2016 was om 250 vrouwen te verzorgen. Met 360 patiënten werd dit streefcijfer flink overschreden. Elk jaar groeit het aantal verder.
De materniteit heeft nood aan medisch materiaal, infrastructuur voor de opslag van water en voedingsmiddelen, ondersteuning van de dagelijkse werking en uitbreiding van de materniteit. Sinds 2017 zorgt het Fonds in samenwerking met het FOS voor het invullen van deze behoeften.
Sinds 2018 heeft Nandasmo een nieuwe burgemeester: Gloria Sanchez (FSLN). In een eerste gesprek met vertegenwoordigers van FOS drukte ze haar dank voor de steun van het Fonds uit en bevestigde ze wil blijven inzetten op het consolideren en uitbouwen van gezondheidsdiensten in de gemeente.
Deze inspanningen werden reeds ingezet door het vorige bestuur en zijn duidelijk zichtbaar in de gemeente. Zo zal vanaf begin maart 2021 een nieuw centrum worden ingehuldigd dat specifieke zorgen biedt aan patiënten met chronische aandoeningen. Het centrum bevindt zich naast de gemeentelijke materniteit. Vlakbij wordt er momenteel werk gemaakt van de aanleg van een publiek park, dat vooral bedoeld is voor de gebruikers van de gezondheidscentra maar ook publiek toegankelijk is.
In de loop der jaren werd systematisch steun verleend voor het onderhoud van de school en het uitbouwen van een bibliotheek, waartoe onder meer de weduwe van schepen Siebens (bij diens overlijden) en Eric Verté persoonlijk een belangrijke persoonlijke financiële bijdragen hebben geleverd, maar werd ook gezorgd voor schoolmateriaal voor de gemeentelijke lagere scholen van Nandasmo.
Naast verbeteringswerken aan de gemeentelijke infrastructuur (zoals parkjes en speeltuinen en de aanleg van een verstevigde toegangsweg naar de Pan-American Highway) heeft de gemeente Willebroek via het Fonds ook bijgedragen tot de bouw van woningen voor de armste inwoners die buiten de dorpskern in erbarmelijke omstandigheden gehuisvest waren.
Sport op school
Met de extra fondsen die het Fonds Hugo Adriaensens ter beschikking voor 2020 stelde, wil Nandasmo een multifunctioneel sportterrein bouwen op het schoolterrein. De eerste doelstelling is om de nodige voorzieningen te garanderen voor de lessen lichamelijke opvoeding. Momenteel is er nauwelijks tot geen infrastructuur en kan de school geen kwalitatieve lessen aanbieden.
Een bijkomende doelstelling is om jongeren in Nandasmo een locatie te bieden voor sport en recreatie in de gemeente. Het creëren van een gezonde leefomgeving draagt bij tot gezondheidspromotie in de gemeente en sluit zo aan bij de doelstellingen van het FOS-gezondheidsprogramma.
De gemeente Nandasmo wil reeds geruime tijd dit sportterrein aanleggen, maar door de krimpende investeringsbudgetten was dit niet mogelijk. Momenteel is daar beterschap in zicht en zou dit toch uitgevoerd kunnen worden, als de coronapandemie niet teveel roet in het eten gooit.
Verzustering Gasorwe (Burundi)
In augustus 2000 kwam door de ondertekening van een vredesakkoord in Arusha een einde aan meer dan 10 jaar burgeroorlog in Burundi. Als vergoeding voor de schade die Duitsland in ons land tijdens de eerste en de tweede wereldoorlog veroorzaakt had was dit landje, samen met Rwanda, tijdens de vredesbesprekingen in 1919 en opnieuw in 1945 aan België toegewezen. Dat Burundi na het Arusha-akkoord een beroep zou doen op ons land voor de wederopbouw en voor de re-integratie van de meer dan 1,5 miljoen vluchtelingen en intern verplaatste Burundezen lag voor de hand. Het merendeel van de politieke klasse had in ons land gestudeerd of was tijdens de burgeroorlog naar Europa gevlucht. Zij beschouwden België als hun tweede moederland en richtten zich bijna als vanzelf naar ons land voor ondersteuning.
Het Arusha-akkoord voorzag een belangrijk hoofdstuk betreffende de re-integratie van de vluchtelingen en vertrouwde die toe aan de Commission nationale de réintégration et de reclassement des sinistrés onder de leiding van gewezen vice-president van Burundi, Frédéric Bamvugyniumvira. Die had een ambitieus plan uitgewerkt dat tegelijkertijd een oplossing moest bieden voor het enorme tekort aan landbouwgronden, dat een van de oorzaken was van de genocides in de regio, en dat moest zorgen voor een meer geconcentreerde samenlevingsvorm met de ontwikkeling van ambachtslui en andere beroepen die voor gezinsinkomen buiten de landbouw moesten instaan. Zijn model voorzag de bouw van vredesdorpen waarin Hutu's, Tutsi's en Batwa zouden samenwonen op een kleinere oppervlakte waar ook kon gezorgd worden voor water, elektriciteit en gezondheidsvoorzieningen.
Hij nam op zoek naar de financiering van het eerste dorp, Kiremba, contact met Lydia Maximus, toenmalig voorzitter van het Fonds Hugo Adriaensens en coördinator van een internationale NGO van Europese parlementsleden (AWEPA) die samenwerkte met het Burundese parlement. Hij kwam op haar voorstel zijn plan persoonlijk verdedigen tijdens een open gemeenteraadsvergadering in Willebroek en ondertekende samen met toenmalig burgemeester Marc De Laet op 19 juni 2004 het tweede verzusteringsakkoord na Nadasmo.
Deze zitting werd bijgewoond door een belangrijke afvaardiging van de Burundese diaspora en de Belgische ambassadeur in Burundi, Jan Mutton. De burgemeester van Gasorwe, onze partnergemeente op wiens grondgebied het project tot stand zou komen kon, jammer genoeg, deze plechtigheid niet bijwonen bij gebrek aan financiële middelen. Dat heeft niet belet dat in 2015 reeds 110 woningen voorzien van sanitaire blokken per twee woningen volledig afgewerkt en gratis ter beschikking konden worden gesteld van de meest kwetsbare gezinnen die in vluchtelingenkampen leefden, pro rata verdeeld tussen de drie etnische groepen.
Bijna 4000 weduwen, oorlogsinvaliden, kinderen-gezinshoofden en wezen kregen ondertussen een dak boven het hoofd. De realisatie van het dorp werd toevertrouwd aan de Burundese NGO APROCOBU die prachtig werk heeft geleverd. De Belgische Technische Coöperatie heeft door de bouw van een school (van kleuters tot opleidingen voor onderwijzend personeel) bijgedragen tot de ontwikkelingskansen van Kiremba en van honderden kinderen die tijdens de burgeroorlog verstoken waren gebleven van enige vorm van onderwijs.
Door nieuwe politieke strubbelingen, die het gevolg zijn van de niet-naleving van het Arusha-akkoord door een deel van de legerleiding, moest de verdere ontwikkeling van het dorp on hold worden geplaatst, maar de huidige burgemeester van Gasorwe is bereid zijn verantwoordelijkheid terug op te nemen.