Dieren in Willebroek: algemeen

De aandacht voor dierenrechten en dierenwelzijn groeit in onze samenleving. De gemeente Willebroek engageert zich om dit thema op de voorgrond te plaatsen, waarbij er gestreefd wordt naar een aanvaarden van dieren als beschermwaardige wezens die er niet enkel zijn om in onze voedselbehoeften te voorzien.

De wijkagenten en gemeenschapswachten houden op het grondgebied van Willebroek een oogje in het zeil op het vlak van dierenwelzijn. De wijkagent is ook het aanspreekpunt voor inwoners over problemen en klachten over dierenwelzijn in de gemeente. Ze kijken toe op de naleving van de wetten en treden op (waar mogelijk preventief maar ook repressief).

Mishandeling of verwaarlozing van dieren kan men melden aan de politie.

Houden van dieren

Je mag als particulier enkel dieren houden die op de zogenaamde positieve lijst met dieren staan. Ieder persoon die een dier houdt of verzorgt moet de nodige maatregelen nemen om het dier een in overeenstemming met zijn aard, zijn fysiologische en ethologische behoeften, zijn gezondheidstoestand en zijn graad van ontwikkeling, aanpassing of domesticatie, aangepaste voeding, verzorging en huisvesting te verschaffen.

Voor de uitbating van hondenkwekerijen, kattenkwekerijen, dierenasielen, dierenpensions, handelszaken voor dieren, markten en dierentuinen een erkenning vereist van de minister van Dierenwelzijn en mogelijks een omgevingsvergunning.

Een achtergelaten dier opvangen

Ieder persoon die een zwervend, verloren of achtergelaten dier opvangt, is verplicht dit binnen de vier dagen te melden aan het gemeentebestuur van de plaats waar hij het dier heeft opgevangen of dat van zijn woonplaats. Het gemeentebestuur vertrouwt het dier toe aan een persoon die het een behoorlijke verzorging verzekert of aan een dierenasiel (of dierentuin). Het gemeentebestuur kan een dierenasiel aanwijzen waaraan de dieren rechtstreeks kunnen worden toevertrouwd. Het dier toevertrouwd aan een dierenasiel (of dierentuin) moet ten minste vijftien dagen na de besteding ter beschikking van de eigenaar worden gehouden.

Indien het dier afgestaan wordt aan een persoon, moet deze er zich toe verbinden het ten minste 45 dagen, te rekenen vanaf het ogenblik dat het aan het gemeentebestuur werd toevertrouwd, ter beschikking houden van zijn vroegere eigenaar. Na het verstrijken van die termijnen wordt de houder er van rechtswege eigenaar van.

Voederen van dieren op de weg

Het voederen van dieren op de openbare weg is sluikstorten! Duiven, meeuwen, katten een andere dieren komen gretig af op achtergelaten voedsel. Het achterlaten van de voedingsmiddelen behoort echter tot sluikstorten. Wanneer deze toch worden gevoederd, kunnen onder andere ook rattenen muizen op het voer afkomen.

Wanneer het voedsel schaarser is, neemt de voortplantingsdrang af. Dit resulteert in minder overlast door meeuwen en duiven. Eveneens zal de rattenproblematiek verminderen, aangezien er geen restanten worden achtergelaten door andere dieren. Voederen is geen diervriendelijk gedrag, integendeel, je bevuilt de openbare weg, dieren eten beschimmeld of rottend voedsel met alle gevolgen van dien.

Wedstrijden met dieren

Wedstrijden met dieren (behalve honden, paarden en duiven) zijn verboden. Al wie wedstrijden met dieren (honden, paarden of duiven) organiseert, moet hiervoor de voorafgaandelijke toelating krijgen van de burgemeester van de gemeente waar deze wedstrijden doorgaan.

Daartoe legt de organisator het gemeentebestuur voor:

  • het programma van de wedstrijden.
  • het reglement van de wedstrijden en van de dopingcontrole.
  • de beschrijving van het parcours.
  • de naam van de aangenomen dierenarts belast met het veterinair toezicht.
  • de wedstrijdkalender indien wedstrijden doorheen het jaar worden ingericht.

De burgemeester verleent zijn toestemming, al dan niet na het advies van de plaatselijke inspecteur dierenarts te hebben ingewonnen.